Stadsmodel brengt kansen voor Aquathermie in beeld

Harry de de Brauw 02-08-2023
507 keer bekeken 0 reacties

Amsterdam brengt met het stadsmodel kansen voor Thermische Energie uit Oppervlaktewater (TEO) als duurzame verwarmingsbron voor gebouwen in beeld.

Projectleider

Harry de Brauw

Projectteam

Joris Westenend, Jan Olsman

Organisatie(s)

Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

Bedrijfsfunctie

Watersysteembeheer

Thema

Energietransitie

Technologie

Aquathermie
Digital twin

Projectfase

Proof of Concept

Status

Lopend

Waternet onderzoekt de potentie van warmte-onttrekking uit de grachten, omdat Amsterdam in 2040 volledig aardgasvrij wil zijn. Vuistregels geven een ruwe schatting van de potentie, maar nauwkeurigere berekeningen zijn nodig vanwege complexe factoren zoals connectiviteit, stroomrichting en verzilting tijdens de zomer.

Het project beoogt de maximale potentie van warmte-onttrekking uit de grachten vast te stellen. Een 3D DHydro-model berekent temperatuurveranderingen en zoutconcentraties in de grachten. Voor het lozen van het afgekoelde water in de grachten geldt de STOWA-richtlijn. Het in kaart brengen van de koude pluim vereist 3D-berekeningen.

De Amsterdamse casestudy toont aan dat de vuistregels de potentie overschatten, door beperkte stroming en verzilting tijdens droge zomers. 3D-berekeningen vergroten het inzicht. De geschatte potentie van het oppervlaktewater is tot 40.000 WEQ, wat ongeveer de helft van de warmtevraag in de grachtengordel dekt.

Thermische Energie uit Oppervlaktewater (TEO) kan een goed alternatief zijn om op een duurzame manier gebouwen en woningen te verwarmen. Amsterdam wil in 2040 volledig aardgasvrij zijn en Waternet onderzoekt daarom de potentie van warmte-onttrekking uit de Amsterdamse grachten. Op basis van vuistregels kan een eerste schatting worden gemaakt van deze potentie, maar door de grote connectiviteit, variaties in stroomrichting en verzilting, vooral tijdens de zomermaanden, zijn nauwkeurigere berekeningen nodig.

Het doel van het project is de maximale potentie te bepalen van de stadsgrachten voor warmte-onttrekking. We maken gebruik van een 3D DHydro-model van de stad waarmee de temperatuurveranderingen en variaties in zoutconcentraties in de grachten worden berekend. Na de warmte-onttrekking wordt koud water geloosd in de grachten en deze moeten voldoen aan de richtlijn van het STOWA. Hierin moet de ontwikkeling van de koude pluim worden bepaald en deze kan alleen goed in kaart worden gebracht met 3D-berekeningen.

De case uit Amsterdam laat zien dat de vuistregels de potentie van de grachten overschatten. De potentie wordt voornamelijk beperkt door beperkte stroming en verzilting gedurende droge zomermaanden. Met 3D-berekeningen kan dit inzicht worden vergroot. Op basis van de berekeningen is geschat dat het oppervlaktewater tot 40.000 Woningequivalenten (WEQ)* kan leveren wat ongeveer overeenkomt met 50% van de warmtevraag in de grachtengordel.

Voorbeeld van afkoeling over een deel van de Amstel met meerdere grote TEO-installaties.

 

* Een woningequivalent is gelijkgesteld aan 27 gigajoule per jaar (GJ/a), zijnde een inschatting van de hoeveelheid warmte-energie nodig om een gemiddelde Nederlandse woning van ruimteverwarming en warm water te voorzien.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen