Blauwalg toxines

ProfielfotoDorien ter Veld 13-10-2021
528 keer bekeken 0 reacties

De doelstelling van het project is om inzicht te krijgen over de werking, kosten en betrouwbaarheid van commercieel verkrijgbare veld- en labtesten voor het meten van Blauwalg toxines in oppervlaktewater.

Projectleider

Ron van der Oost

Projectteam

.

Externe partners

Aquon

Organisatie(s)

Brabantse Delta
De Dommel
Delfland
De Stichtse Rijnlanden
Hollands Noorderkwartier
Rijnland
Scheldestromen
Schieland en de Krimpenerwaard
STOWA
Wetterskip Fryslân
Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

Bedrijfsfunctie

Watersysteembeheer

Thema

Schoon water

Projectfase

Implementatie/uitrol

Status

Afgerond

Deze kennis kunnen waterbeheerders en waterlaboratoria gebruiken om te bepalen welke testen ze eventueel zelf willen uit gaan voeren. Daarnaast kan deze informatie gebruikt worden als opstap voor het ontwikkelen van een snelle labtest waarmee meerdere toxinegroepen tegelijk gemeten kunnen worden. 

De werking van de sneltesten wordt onderzocht, waarbij het protocol van de leverancier zoveel mogelijk wordt gevolgd. Als de test het toelaat wordt de totale hoeveelheid toxines (zowel intra- als extracellulair) bepaald. Per toxinegroep wordt de werking zo mogelijk op drie concentratieniveaus bepaald: blanco, irrigatierichtlijnen en zwemwaterrichtlijnen uit zwemwaterprotocol of WHO-publicatie. De volgende parameters worden bepaald aan de hand van algenmonsters waaraan toxines zijn toegevoegd: 

 Juistheid (in hoeverre komt de test uitslag overeen met de hoeveelheid toxines die in het monster aanwezig is); 

 Binnenlaboratorium-reproduceerbaarheid (wat is de spreiding in de resultaten als de test op verschillende dagen/monsters wordt uitgevoerd); 

 Herhaalbaarheid (wat is de spreiding in de resultaten als de test op meerdere malen op één dag wordt uitgevoerd op hetzelfde monster). 

De vergelijkbaarheid van de testen wordt bepaald door verschillende veldmonsters te meten met de testen waarvan in Fase 2 is gebleken dat ze qua prestaties voldoen. Deze monsters worden ter vergelijking ook met de LC-MS/MS gemeten. .

Trekker is WFSR (voorheen RIKILT). Andere deelnemers zijn waterschappen en waterschapslaboratoria. 

In 2021/2022 heeft WFSR sneltesten voor het meten van blauwalgtoxines in oppervlaktewater geëvalueerd [zie bijlage eindrapport]. De resultaten worden hieronder kort samengevat.

Resultaten veldtesten

Alleen voor microcystines is er op dit moment een goed werkende veldtest beschikbaar. De testen voor de andere toxinegroepen kunnen niet direct worden toegepast in oppervlaktewater (anatoxines en saxitoxines) of geven verkeerde resultaten (cylindrospermopsines). Daarnaast zijn de meeste veldtesten door de vele stappen tijdens de uitvoering, en daardoor de hoge doorlooptijd, minder geschikt om routinematig in het veld uit te voeren.

Resultaten labtesten

Sommige ELISA labtesten geven een redelijke schatting van de toxineconcentratie, maar een aantal testen is hier te onnauwkeurig voor. De anatoxine labtest presteerde vrij goed op alle geteste aspecten, de meeste andere testen moeten nog geoptimaliseerd worden waardoor de prestatie naar verwachting zal verbeteren. Van de zeer gevoelige saxitoxine test wordt verwacht dat deze ook na optimalisatie geen betrouwbare concentratieschatting kan geven als er een toxinemengsel in het water aanwezig is. Met de labtesten kan een serie van 30 monsters binnen een dag opgewerkt, gemeten en gerapporteerd worden. De geschatte kosten per monster variëren van 25 tot 95 euro, afhankelijk van de test en het gewenste resultaat (een indicatie van de aanwezigheid van toxines of een zo nauwkeurig mogelijke schatting van de concentratie).

Vervolgonderzoek

Op basis van het WFSR-rapport en voortschrijdend inzicht over de blauwalgen monitoring willen de waterschapslaboratoria commerciële ELISA labtesten implementeren voor het meten van blauwalgtoxines. Daarbij is de wens dat er goede afstemming tussen de vijf waterschapslaboratoria (Aqualysis, Aquon, Hunze en Aa’s, Waterproef en Wetterskip) plaatsvindt. Het doel van het project is het implementeren van ELISA’s voor de vier belangrijkste groepen blauwalg toxines: microcystines, anatoxines, cylindrospermopsines en saxitoxines. Deze ELISA’s zouden toegepast moeten kunnen worden op monsters met pelagische blauwalgen en benthische blauwalgen. Na implementatie van deze methodes zouden de methodes vergelijkbaar moeten presteren in alle laboratoria.

 Aanpak

Om tot het beoogde doel te komen, moeten per test meerdere stappen genomen worden:

  • Selectie test
  • Optimalisatie detectie
  • Optimalisatie monstervoorbewerking
  • Validatie binnen eigen laboratorium
  • Vergelijking tussen laboratoria

 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen