Kallisto: samen slim schoon

Aad Oomens 26-09-2019
203 keer bekeken 0 reacties

Samen met de gemeenten de waterkwaliteit van de laaglandbeken zoals De Dommel, de Zandleij, de Keersop en andere prachtbeken verbeteren, dat is waar de Kallisto aanpak om draait. Wij doen dit door de negatieve effecten van de waterketen te verminderen.

Projectleider

Aad Oomens

Projectteam

Aad Oomens

Organisatie(s)

De Dommel

Bedrijfsfunctie

Waterketenbeheer
Watersysteembeheer

Thema

Schoon water

Technologie

Zuiveringstechnologie

Projectfase

Implementatie/uitrol

Status

Lopend

Concreet betekent dit het verminderen van of beperken van de invloed van overstorten uit de riolering en het nog beter zuiveren van het afvalwater dat op onze rioolwaterzuiveringen (rwzi's) binnenkomt.

De kern van het probleem is dat wij onze riolen niet alleen gebruiken voor de afvoer van afvalwater uit woningen en bedrijven, maar ook voor afvoer van regenwater dat via de daken en de straten in het riool loopt. Bij hevige regen lopen de riolen vol omdat de afvoercapaciteit- en de verwerkingscapaciteit te kort schiet. Het afvalwater komt opgemengd met regenwater deels via overstorten in onze Brabantse beken terecht. De rwzi’s kunnen de enorme aanvoer van het gemengde regen- en afvalwater ook niet goed aan, waardoor het water minder goed gezuiverd is. De overstorten en de lozing van het minder goed gezuiverde afvalwater heeft direct negatieve gevolgen voor de ecologie. Vissterfte door zuurstoftekort is een voorbeeld van zo’n direct toxisch effect dat binnen enkele uren na een zware regenbui al kan optreden en dat willen we voorkomen.

Het nemen van adequate maatregelen lijkt eenvoudiger dan het is. Het beste zou natuurlijk zijn om geen regenwater meer in de riolen te laten stromen. Dit afkoppelen van regenwater is echter ontzettend kostbaar en niet realiseerbaar op de korte termijn. Op de hele lange termijn zal dit misschien wel lukken, zo houden bijvoorbeeld moderne woonwijken het regenwater lokaal vast en lozen ze alleen in uitzonderlijke gevallen nog hemelwater op het riool. Het aanleggen van grote bufferbassins en regenwaterbekkens is een tweede optie, maar ook deze maatregelen zijn bijzonder kostbaar en in veel gevallen vanwege de dichte stedelijke bebouwing niet meer realistisch.

Om het probleem zo efficiënt mogelijk aan te pakken maken we samen met onze partners verbeteringen aan de reeds bestaande infrastructuur van riolen, hoofdtransportleidingen en rwzi’s. We zoeken naar de beste set van maatregelen om het hele systeem te verbeteren. Deze integrale benadering kenmerkt de Kallisto aanpak.

In het Kallisto-project is een methodiek ontwikkeld uitgaande van het (cyclisch) doorlopen van 4 M-en: bouwstenen Monitoren, Meten, Modelleren en Maatregelen (zie figuur). Door het herhaaldelijk doorlopen van de cyclus wordt kennis van oorzaken en maatregelen opgedaan en kan worden (bij)gestuurd.

    • Monitoren: In deze stap wordt bepaald in welke mate de KRW-doelstelling is bereikt c.q. of de ecologie op het gewenste niveau is. Bij afwijking wordt bepaald of de afvalwaterketen een knelpunt vormt. De focus ligt op het optreden van acute effecten (toxiciteit) en seizoensinvloeden (voedselrijkheid).
    • Meten: Voor het verkrijgen van inzicht in het daadwerkelijk functioneren van de afvalwaterketen en het watersysteem is een meetcampagne noodzakelijk (van hoogfrequente metingen in het veld tot offline labanalyses). De omvang van de meetcampagne is hierbij maatwerk.
    • Modelleren: De data uit het meetnet vormen de ‘voeding’ voor de optimalisatie van modellen van riolering- en transportstelsel, RWZI en watersysteem. Met hoogfrequente kwaliteits- en kwantiteitsmeetdata wordt de validiteit van de deelmodellen sterk geoptimaliseerd.
    • Maatregelen: In deze stap zijn in het (integrale) rekenmodel de diverse maatregelen separaat en in gehele context (in samenhang met andere maatregelen) doorgerekend. Door het in kaart brengen van de kosten van de maatregelen kan de kosteneffectiviteit worden bepaald en tot een afgewogen keuze gekomen. Na de daadwerkelijke realisatie kan de cirkel gesloten worden en kan het daadwerkelijk effect van de maatregel(en) worden gemonitord (deelstap Monitoren)

Voordelen
Door vooraf het effect van maatregelen te kunnen voorspellen, treffen gemeente en waterschap enkel kosteneffectieve investeringsmaatregelen voor verbetering van waterkwaliteit en aquatische ecologie. Desinvesteringen worden vermeden. Integrale afweging van onderling afhankelijke maatregelen wordt mogelijk door toepassen van modelberekeningen. Door meer kennis van het functioneren van het totaal worden doelmatigere (investerings- en beheer)beslissingen genomen. De methodiek is goed uitlegbaar en beeldend en daarmee communiceerbaar.

Kallisto Cluster Eindhoven
Samen met de gemeente Eindhoven en de omliggende gemeenten is in 2008 het Kallisto Eindhoven traject gestart. In 2012 is dit studieproject afgesloten en is begonnen met het realiseren van het maatregelenpakket, waarbij na elke realisatie bekeken is of en hoe de volgende stap gezet moest worden. Dit heeft voor het cluster Eindhoven geleid tot vele aanpassingen van het oorspronkelijke plan. Inmiddels zijn de volgende maatregelen gerealiseerd:

  • a. Dommelbeluchting (afgerond)
  • b. Effluentbeluchting (afgerond)
  • c. Verbeterde benutting van de aanwezige buffercapaciteit voor opvang van piek aanvoer door:
    • i. Real Time Control (RTC) en aanpassing van de regenwater buffertank regeling
    • ii. Slimme buffers (slimme voorbezinktankregeling)

 De volgende maatregelen staan nog op de planning:

  • d. Geplande ombouw / aanpassing beluchting actief-slibsysteem
  • e. Geplande bouw 2e en 3e station Dommelbeluchting


 

Kallisto overige clusters

Na de aanpak van het cluster Eindhoven zijn ook de andere clusters van het waterschap, waaronder Soerendonk, Sint Oedenrode, Boxtel en Hapert met de 4 M aanpak bekeken. Hier zijn nog geen concrete uitvoeringsmaatregelen uit gekomen. Kallisto Hapert is het verste in de Kallisto uitrol, de eerste resultaten daar duiden er echter op dat er geen harde maatregelen vanuit de afvalwaterketen nodig zijn voor de aanpak van de piekemissies.

IMPAKT

De 4M aanpak wordt ook samen met de Vlaamse collega's van de Vlaamse milieumaatschappij, Aquafin en Fluvius toegepast voor de grensoverschrijdende beken De Dommel en Warmbeek/Tongelreep.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Op de kaart

Een momentje...
Cookie-instellingen