De holen kun je opsporen met behulp van een algoritme, dat steeds meer verfijnd kan worden door gegevens van de gevonden holen te gebruiken. Wat we nu bijvoorbeeld al weten, is dat de holen gegraven worden waar de kreeften makkelijk aan land kunnen en waar nog grondwater zit. Door het algoritme continu te verbeteren, wordt de kans op het vinden van een kreeftenhol steeds groter.
Als een kreeftenhol eenmaal gevonden is, is het zaak om de kreeft (met eieren) eruit te krijgen. Hier stellen we de ontwikkeling van een kreeftenboor voor. De kreeftenboor lijkt op een grote appelboor waarmee je een klokhuis uit een appel krijgt. De kreeftenboor boort zich om het hol van de kreeft heen en vervolgens wordt de kreeft er met modder en al uitgetrokken.