Probleem
Biologische monitoring van water is duur en tijdrovend. Vanuit kostenoverweging is het ecologisch monitoringsnetwerk niet optimaal ingericht. De huidige resultaten hebben een relatieve grote foutmarge en zijn vaak pas een half jaar na bemonstering beschikbaar. Ze zijn vaak wel wettelijk verplicht voor de toestandsbepaling (EKR-scores). Er is dan ook een behoefte aan een techniek die goedkoper is en minstens dezelfde informatie kan leveren voor een dergelijke toestandsbepaling. eDNA analyses bezitten deze potentie. De techniek levert betrouwbare data op maar is nog niet direct klaar voor gebruik. Met name de dataopslag en data-interpretatie vragen aandacht.
Doel
Het verkrijgen van een nieuwe tool in de ecologische ‘monitoringstoolbox’ die een betrouwbaarder beeld geeft van de ecologische toestand van een watersysteem. Ook nagaan of de eDNA-datasets gebruikt kunnen worden voor toestandsbepaling (EKR-toetsing) en watersysteemanalyses.
Potentiële impact
Biologische monitoring van oppervlaktewater met eDNA heeft de potentie van een gamechanger. Deze methode resulteert in potentie in een efficiëntere en betrouwbaardere biologische monitoring en een herziening van het huidige ecologisch meetnet. Dit kan resulteren in een grotere rol voor ecologische monitoring bij de bepaling van de waterkwaliteit en daarmee een beter inzicht in die waterkwaliteit.
Stand van zaken
Vanaf 2016 participeert Delfland in dit onderzoek. De bemonsteringsprotocollen zijn opgesteld en de laboratoriumtechniek is nu goed uitgewerkt. Dit heeft Delfland in 2022 voldoende vertrouwen gegeven om de techniek verder te implementeren. In een roulerend schema worden alle zwemwateren nu met deze techniek bemonsterd. Samen met partners wordt er gewerkt aan de dataopslag, verder ontwikkelen van een webviewer, interpretatie van de data, doorontwikkelen van een online interpretatie-tool en opschaling bij waterschapslaboratoria. Op deze manier kan het in 2026 worden geïmplementeerd in de gangbare monitoringscyclus bij waterschappen.